Opmerking
10. Nederlandse geschiedenis in Indonesië [FILM]
Dschero Khan Chen Tao Tze ein Stück Kriegsgeschichte Indonesiens
傑洛汗陳道子早期各戰爭史蹟
Het weten waard - Een deel Chinese geschiedenis op het eiland Java
Door mijn connecties in Taiwan ben ik in 1954 voor het eerst op de hoogte gesteld van een ander stuk gruwelijke Hollandse geschiedenis. Mijn leraar politie generaal Dr. Wang San Te vertelde mij dat Taiwan ooit 50 jaren bezet is gewest door de Nederlanders. Taiwan hete toen nog Formosa, een naam die de Portugezen aan het eiland hadden gegeven. Pas in 1662 zijn de Nederlanders van het eiland verdreven door Zheng Chenggong, die met 35.000 soldaten van uit China naar Taiwan gevlucht was, toen de Mantsjoe in China de Ming-Dynastie verdrongen.
In 1619 hebben de Nederlanders (VOC) op het eiland Java de plaats Batavia (het huidige Jakarta) gesticht. De toen al aanwezige Chinese populatie boekte vrij veel successen in de handel, wat de Nederlandse VOC aanzette om zo snel als mogelijk nog meer Chinezen te ronselen, om nog meer vaart achter de economische groei te zetten en daardoor in nog kortere tijd veel geld te verdienen. De VOC ging zelfs zover Chinezen in Taiwan en later ook in China te ontvoeren omdat de Chinezen niet in grote getallen bereid waren vrijwillig naar Java te emigreren.
Nadat de toestroming van Chinezen te groot was om allen in Batavia te zetelen werden zij naar het ommeland van Batavia vervoert om daar op het land etc. te werken. Door slechte betaling en brutaal gedrag der koloniale Nederlanders ontstond onvrede en later oproer. Ondertussen bloeide de economie in Batavia door de Chinese aanpak dermate dat de Nederlanders jaloers werden en de VOC regering zelfs bang was dat de Chinezen te machtig zullen worden.
Geruchten en de haatpreken der Nederlandse dominees tegen de Chinezen, die zogenaamd des duivels waren, zorgden ervoor dat de Nederlandse Regenten een zuiveringsactie afkondigden, die in een gruwelijke bloedbad eindigde, waaraan niet alleen de soldaten maar ook het Nederlandse volk deel hadden. Alle Chinezen in Batavia, ook vrouwen, kinderen, ouden en zieken, die zelfs uit de ziekenhuizen gehaald werden, zijn op gruwelijke wijze door deNederlanders afgeslacht.
Het waren meer dan 10.000 lijken, die opgehoopt de straten van Batavia bezijden en men zegt, dat het bloed op enkelhoogte stond en de revieren rood kleurde. Het zelfde lot trof ook alle Chinezen buiten Batavia. Een van de regenten van Batavia, die hoofdzakelijk verantwoordelijk was voor deze gruweldaden, Baron van Imhoff, hoefde nooit daarvoor terecht te staan.
De verantwoordelijke regenten gingen zelfs zover, het volk Geld aan te bieden voor elk afgehakteChinese hoofd! Plunderingen van elk Chinese huis en winkel waren dan ook aan de orde van de dag, weliswaar ook met instemming van de stadsregering van Batavia. En daarmee kwam eerst eens de bloeiende economie tot stilstand!
Vele malen hebben mijn oude vrienden en kennissen in Taiwan aan mij verhalen over deze gruwelijke bloedbad verteld, maar in Nederland kun je daarover niets vinden in de geschiedenis boeken. Het is altijd makkelijker met de vinger naar andere landen te wijzen in plaats van naar eigen daden te kijken!
Ik heb niet alleen veel vrienden en connecties in Taiwan maar heb zelfs een Taiwanees paspoort en voel me ook ten dele Taiwanees en het hiergenoemde bloedbad raakt mij dan ook diep. Vooral omdat het ook hier weer om een stuk vergeten geschiedenis gaat.
Als u meer wilt weten over dit deel Javaanse/Chinese geschiedenis kan ik u ten zeerste aanraden het boek “Het angstzweet der kolonialen”, geschreven door historicus Nico Dros, te lezen.
Het bloedigste Klewanggevecht van mijn leven
Als 17jarige jongen was ik een volledig opgeleide guerilla vechter, vooral met de Klewang.
Bij de Indonesiërs was ik, Dschero Khan, toen bekend onder de naam Muchtar. Deze naam kreeg ik van een Indonesische hadji, omdat ik veel met hen omging en voor een groot deel hun “adat”, hun levenswijze overgenomen had.
Daardoor sprak ik vele Indonesische talen, zoals Maleis , Sundanees en Arabisch.
Als jonge jongen heb ik niet alleen in Midden-Java, maar vooral in West-Java mijn kinderjaren doorgebracht in kazernes en kampongs en in chinees/boeddhistische kloosters.
Dit kwam hoofdzakelijk door mijn Nederlandse pleegvader, die was ingedeeld in de inheemse compagnie van de KNIL. Hij sprak vloeiend Maleis. Hij was, als zo velen van de Nederlandse soldaten toen, een alcoholist en gedroeg zich daardoor vaak als een “wilde koloniaal”!
Als jongen heb ik toen veel van zijn gedrag automatisch overgenomen. Cultuur vond ik alleen maar bij de islamitische hadji en bij de chinees/boeddhistische monniken. Daar leerde ik meditatie en de fijnheid van de Chinese Cultuur. Alleen zo kon ik voorkomen geen neurotisch gedrag te vertonen en leefde ik in balans als eenling.
In 1945 toen de capitulatie van de Japanners in Indonesië een feit werd, voelde het Indonesische volk zich bevrijd van de Nederlandse onderdrukking. De Indonesische vrijheidsstrijders kwamen overal in actie om een vrije Indonesische staat te scheppen. Zo ontstond er een grote chaos gevoed door de haat van alles wat blank was en de onverzadigbare drang naar vrijheid. Er ontstond een soort ongeorganiseerd Indonesisch leger en op het hele eiland waren bendes bezig. De haat tegen de Nederlanders, maar ook tegen de Indo en andere buitenlanders, zoals de Chinezen, was zo groot, dat er gruwelijke moordpartijen ontstonden door vrijheidsstrijders, die zich “Pelopors” noemden.
De Nederlanders hebben wel hulp gekregen van de Brits/Indiase troepen, de Mahratta’s, die hoofdzakelijk uit Indiase soldaten en Gurkhas bestonden. Maar, de Indiase soldaten waren bijna allen Moslims, die niet tegen hun Indonesische islamitische broeders wilden vechten. Velen gaven zelfs hun wapens over aan de Indonesische Moslims. Alleen de Gurkhas, die uit Nepal kwamen, beschermden de blanken en de Indo’s tegen de Indonesische vrijheidsstrijders.
Geweldig vond ik, dat er ook nog Japanse soldaten, die na de capitulatie hun wapens nog hadden, de Nederlanders beschermden, die nog in kampen geïnterneerd waren. Maar, er waren ook een aantal Japanse soldaten, die zich bij de vrijheidsstrijders aansloten met hun wapens, omdat zij niet in gevangenschap wilden gaan.
Hiermee heb ik in het kort een beeld geschetst van de situatie die op Java heerste na de Japanse capitulatie. Deze tijd noemde men ook de “Bersiap of Merdeka tijd”. Voor mij persoonlijk een tijd waarin ik me als “krijger” waar kon maken en daarom heb ik deze tijd ook als de meest spannendste tijd ervaren.
Toen ik op een dag naar een “vrouwenkamp” fietste in Zuid-Bandoeng om een oude vriendin van mijn pleegvader, Tante Beth, op te zoeken, wist ik niet dat ik mijn bloedigste Klewanggevecht tegemoet ging. Bij het kamp aangekomen hoorde ik een geweldige gekrijs en geschreeuw van vrouwen en kinderen, die door een groot aantal Pelopors aangevallen werden. Zij waren bewapend met “bamboe roentjing”, bamboe met een spitse punt die als speer gebruikt werd en met “golloks”, kleine sabels. Zij waren bezig vrouwen en kinderen af te slachten op een onvoorstelbaar gruwelijke wijze, die ik hier niet nader kan beschrijven, anders moet ik huilen. Ik trok mijn Klewang en werd een onmenselijke vechtmachine. Mijn arm en mijn Klewang werden een volkomen eenheid. Ik kende geen angst, geen moeheid en geen pardon – ik wist niet meer wat ik deed en heb een groot aantal Pelopors afgeslacht. Ik kwam zelfs ook helemaal onder het bloed te zitten en liep wonden op in mijn buik, mijn armen en in mijn rug. De Pelopors schreeuwden: ”Pas op, het is een ‘zetan, zetan, zetan’!” Zij werden bang en liepen weg, zij waren alleen nog met zijn vieren, die konden weglopen!
Dat ik überhaupt zo kon vechten, heb ik toch ook aan de Hollanders met name aan mijn pleegvader te danken, omdat er toen de basis gelegd werd en mijn vechtvaardigheden zich tot in de perfectie konden ontplooien.
Mijn eenmansactie tegen de Pelopors gebeurde volkomen in trance en het ging niet om het redden van b l a n k e vrouwen en kinderen, nee, het ging om het redden van mensen. Ik hoorde, zag en handelde om een onmenselijke afslachting van vrouwen en kinderen te beëindigen. Als in plaats van de Pelopors Nederlanders bij Indische vrouwen en kinderen zo’n bloedbad zouden hebben veroorzaakt, dan had ik net zo goed de Nederlanders met mijn Klewang onder handen genomen.
Mijn Klewang afkomstig uit de kaderschool in Magelang met nummer 917(ca. anno 1920) heb ik al in 1943 van een Timoreeze soldaat met naam Kodomeo gekregen.
Ondanks dat mijn wonden door plastische chirurgie behandeld werden, kan je de littekens op mijn armen nog altijd zien. Ik ben in mijn leven 9 keer door de hel gegaan maar heb geen last van nachtmerries en heb er geen trauma aan over gehouden.
Maar wat in Indonesië in Zuid-Bandoeng zich heeft afgespeeld, heeft wel littekens op mijn geest nagelaten. Daarom beschouw ik het op papier zetten van deze gruwelijke gebeurtenis als een therapie voor mijzelf. Ik droom hierover nog regelmatig en wil daarvan graag op mijn oude leeftijd verlost worden.
Mijn beste vriend, mijn Klewang, heb ik nog altijd in huis en met hem, mijn beste vriend, wil ik ooit gecremeerd worden.
Ik hoop, dat het nu de laatste keer is, dat ik huil!
Hoe ging het verder?!
Jaren geleden gaf de journalist Paul Bolwerk van ‘De Gelderlander’, die ooit een halve pagina in deze krant over mij geschreven had, een boek in opdracht van de auteur Major S.A. Lapre, Ridder M.W.O., aan mij.
Sjoerd Lapre kende mij nog uit de tijd toen ik een “knokploeg” oprichtte in het groot kamp ‘Tjihapitkamp’ in Bandoeng, West-Java, waar toen veel Hollanders werden geïnterneerd. De Bersiap tijd was zo hevig dat ons kamp vaak aangevallen werd. Deze ‘knokploeg’ bestond uit mijn pleegvader, 3 Hollanders en ik. Zij waren bewapend met knuppels en keukenmessen. Ik was de enige die een Klewang droeg. Ondanks dat wij bijna geen vrijwilligers konden krijgen omdat iedereen door de lange oorlogsjaren uitgeput was, waren wij na 2 maanden al 42 man sterk, Ambonezen, Menadonezen, Sundanezen, Chinezen en hoofdzakelijk Indische jongens, die nooit soldaat waren geweest. Wij hadden toen 8 gestolen geweren, 4 klewangs en 28 pedangs (sabels). 2 december 1945 was de officiële datum van oprichting van ons bataljon, het 5de bataljon, Infanterie V(Andjing Nica), onder leiding van Kolonel Poulus en onze commandant was Kapitein Pasqua. De wortels van dit bataljon waren gelegd door mij, mijn pleegvader en 3 Hollanders in het Tjihapitkamp in Bandoeng na de Japanse capitulatie. Andjing Nica betekent in feite ‘Hollandse Honden’. Ik herinner mij nog een Indische jongen uit die tijd omdat hij een zeldzame naam had, namelijk “Füglistahler”.
Als u meer wilt weten over de Bersiap tijd kan ik u het boek geschreven door S.A. Lapre met de titel: “Het Andjing Nica Bataljon (KNIL) in Nederlands-Indië (1945-1950)”, (ISBN 90 94 00 92 26) en het boek geschreven door Mary C. van Delden met de titel: “BERSIAP IN BANDOENG - Een onderzoek naar geweld in de periode van 17 augustus 1945 tot 24 maart 1946” (ISBN 90-9002848-X) aanbevelen.
Rawagede - Video [NL] - Documenten [NL] Koloniale tijd van de Hollanders in Indonesie
Afslachting van de kampung Rawagade door Nederlandse militairen in 1947 terwijl ze niets hebben misdaan, de commandant is nooit gestraft. De Nederlandse regering heeft haar excuus aangeboden. En de 9 overlevenden € 20.000,- per persoon als smarten geld betaald. De Nederlandse ambasadeur uit Jakarta heeft zijn excuus aangeboden aan deze mensen. (jammer dat ze zo lang gewacht hebben maar liever laat dan nooit).
Zie boek: "last van de oorlog". De Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië en hun verwerking. Door S.I. Scagliola. (Universiteit Rotterdam) ISBN 9050185932 (oa verkrijgbaar bij boekhandel de Slegter)
Zie ook boek "Wij werden misleid" van Rien Snijders waaruit hieronder een hoofdstuk.
350 jaar bezetting van Indonesië, goed of fout?
De mens en het gif dat vooroodelen heet
Er zijn nergens zulke rare wezens op deze aarde als mensen.
Wanneer de mensheid je als gek aan ziet, ben je gek.
Maar als de mensheid gek is, dan geldt dit als normaal.
Zoals u weet zien de Europeërs de Chinezen en Japanners als spleetogen die daardoor niet goed kunnen zien.
Maar wist u ook dat de hele Chinese wereld jullie als groot-neuzen betitelt met uien-ogen? Met andere woorden: wij hebben een klap van de molen gekregen bij onze geboorte.
De fout ligt zowel bij de Europeërs als bij de Chinezen – OORDEEL NOOIT over anderen, er zijn maar twee rassen op de aarde; “de man en de vrouw”.
Zo werd ik in mijn jeugd in Indië door de Hollanders spleetoog genoemd, domme koeli of bruine aap. Toen kreeg ik al een veelvoud aan namen toegediend.
In de Jaren 50-tig werden wij Asiaten door een groot deel van de Nederlandse bevolking pinda pinda lekka lekka, zwarte joekels, zigeuners, blauwe apen en rijst pikkers genoemd.
De meeste Hollanders hebben een aversie tegen Duitsers. Het is raar, maar waar! Terwijl wij verwand zijn aan het Duitse volk, kijk maar naar ons Nederlands volkslied, "wij van Duitse bloeden".
Dit zijn allemaal vooroordelen, vooroordelen, vooroordelen het grootste gif op aarde. Dit komt allemaal door onwetenheid.
Grote dingen kun je met grote dingen beantwoorden, kleine dingen nog niet met het kleinste**. Deze wereld is verdeeld in drie catagoriën mensen; dommen, oli dommen en de aller stomsten waar we elke dag mee te maken hebben.
Het klootjes volk heeft nou eenmaal geen niveau.
**Een Chinees spreekwoord zegt; Grote mensen kun je grote dingen toevertrouwen, kleine nog niet het kleinst.
Militaire cultuur
Onze oude Nederlandse militair cultuur van de VOC, die tot heden toe nog zoon geweldige naam heeft bij de Nederlandse staat, waren asociaal, boef achtig, minderwaardig en bestonden uit het allerlaagste allooi en uitschot van de Nederlandse Maatschappij. Het begon met de scheepsbemanning van de VOC die allemaal met bloed doordrengde handen hadden van geweld en verkrachting tot een beestachtig niveau, en de opdracht hadden gekregen de landen leeg te plunderen, de mensen te verslaven alleen maar om kost wat kost zoveel mogelijk halen wat er te halen viel. Door deze rovers tochten is Amsterdam groot geworden. Kijk maar naar haar prachtige oude architecturen. De VOC maakte het begin en het NIL (Atjeh oorlog) en later het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) moesten de Indonesiese opstandelingen (vrijheidstrijders) onderdrukken zodat mineralenwinning van olie, tin , koper, goud en de plantages in volle toeren zouden doorgaan. Indonesië was voordat de Nederlanders er kwamen het rijkste land van de wereld.
Het Nederlandse rondsel syndicaat van de (K)NIL was gelegerd in Nijmegen en later in Harderwijk. Harderwijk was de beerput van Europa. Een rondsel praktijk gelijk aan het vreemdelingen legioen.
Zie boek: Het vergeten korps, de geschiedenis van de koloniale reserve. ISBN: 90.814.500.34
Daarom zegt Dschero Khan Nederland kent geen oude beschaafde militaire cultuur. In het Duitse en Engelse leger daarin tegen bestonden de officieren voornamelijk uit Edellieden, Prinsen, Graven, en Baronnen en deze droegen prachtige uniformen en hebben schitterende tradities die nog steeds in ere worden gehouden.
In Nederland bij de wapenbroeders daarin tegen is er enkel haat, nijd en jaloezie, wanneer iemand anders meer onderscheidingen heeft. Dat is het verschil tussen de Nederlandse en de Duitse soldaten. De Duitse soldaten hebben nog courage en stijl door hun disipline.
Dit is ook de reden dat Dschero Khan zich heeft gedistantieerd van de Wapenbroeders van Roermond.
Als je daarin tegen bij de VOKS afd. Limburg komt, dit is de Vereniging Oud Korea Strijders, dan is daar wel grote harmonie en respect voor een ander. Dit komt waarschijnlijk omdat deze allemaal in een hele bloedige oorlog hebben gezeten en daarom geen waarde hechten aan medailles omdat ze deze zien als stank voor dank. Ze hadden liever een iets beter pensioen en meer waardering van de staat der Nederlanden. Dschero Khan merkt dat er bij hun hele grote stille armoede heerst, en dan kan Dschero Khan wel huilen.
Wist u dat de Aziaten de Nederlanders nog altijd betitelen als het rovers volk.